Tegen 2030 zal China de grootste economie ter wereld zijn. Hoe komt het dat het land het Westen op vele vlakken voorbijsteekt? Heeft China dat te danken aan het rijke Westen? Of is het een gevolg van een daadkrachtige collectieve maatschappij? Spelen de Chinezen wel volgens de regels? En wat denken Chinezen zelf van de Partij en het systeem?

Bij het zoeken naar antwoorden op deze vragen raken de gemoederen snel verhit en wordt vaak bijzonder stellig positie ingenomen in het positieve of het negatieve kamp. Op die manier zouden we weleens zelf het kind van de rekening kunnen worden. Willen we de kansen benutten die de transitie van China ook ons en onze economie biedt, dan is een genuanceerde blik echt noodzakelijk.

Kunnen we China vertrouwen? brengt een geschakeerd antwoord op de vele vragen over China die ons wantrouwen inboezemen. Het boek duikt in de Chinese context om aannames en stereotypen te overstijgen en te achterhalen hoe de Chinees in elkaar zit, in de maatschappij staat en aan bedrijfsvoering doet. Op die manier wil het de lezer het China van morgen, en onze eigen toekomst, beter helpen begrijpen.